Historie

ZIN is ontstaan uit de wens van de fraters van Tilburg om aan hun klooster een nieuwe bestemming te geven, passend bij hun spirituele traditie. Barmhartigheid vormt de inspiratiebron van het werk voor de hulpbehoevenden van toen en nu.

De fraters zagen een actuele nood speelde in de relatie tussen werk, zingeving en spiritualiteit. Hun observatie was dat door de zakelijke oriëntatie op werk de ziel in het gedrang komt. In 1996 heeft het Generaal Kapittel besloten het klooster te ontwikkelen tot een plaats van bezinning en ontmoeting. ZIN, het klooster voor zingeving en werk, was geboren.

Verbouwing

In 1999 en 2000 werd het klooster grondig verbouwd naar een ontwerp van het Architectenbureau Marx & Steketee. Voor het gedurfde opdrachtgeverschap ontvingen de fraters de Welstandsprijs van de Provincie Noord-Brabant. Waardering was er vooral voor het behoud van de traditie van het voormalige klooster en de geïntegreerde toepassing van moderne architectuur. Vanaf eind 2000 ontvangt ZIN groepen. Op 27 januari 2001 opende Kloosterhotel ZIN onder grote belangstelling zijn deuren.

Traditie

In het kloosterhotel heerst een bezinnende atmosfeer. Ondersteunend daarbij is het dagritme, waarin duidelijk naar voren komt dat er een tijd van werken en een tijd van ontspannen is. We hopen dat gasten het dagritme omarmen en merken dat het een weldaad is voor lichaam en geest.

Dagritme

Om de dag vitaal te beginnen, kunnen gasten van 07.45 tot 08.15 uur deelnemen aan de ochtendmeditatie. Aansluitend is er tot 09.00 uur een ontbijtbuffet. De lunch start om 12.30 uur. Voorafgaand aan het diner vindt er van 17.30-18.00 uur een muziekmeditatie plaats waarvoor alle gasten van harte zijn uitgenodigd. Om 18.00 uur begint het diner. Rond 23.00 uur wordt het stil op het landgoed.

Geschiedenis Kloosterhotel ZIN

Uit artikel van Trouw, 2001

Op het nippertje is het klooster van de slopershamer gered. Decennialang fungeerde het als rusthuis voor fraters op leeftijd. In Vught konden ze ongestoord genieten van hun oude dag na een leven van hard werken in onderwijs en ontwikkelingswerk. Want de in 1844 opgerichte orde van de fraters van Tilburg staat midden in het leven. De fraters begeleiden kinderen met aids in Afrika, leiden projecten voor straatkinderen in Brazilië en zijn – of liever waren – in Nederland actief in onderwijs en jeugd- en welzijnswerk.

Maar als onderkomen voor fraters in ruste voldeed het klooster in Vught begin jaren negentig niet meer. Te weinig comfort en gebrek aan mogelijkheden voor zorg. Toen er een nieuw onderkomen was gevonden, werd sloop een reële optie. ‘Dat deed pijn’, zegt Harrie van Geene, algemeen overste van de fraters. ‘De plek was ons zeer dierbaar.’

Precies op dat moment verscheen Leendert Bikker ten tonele, oprichter van het Rotterdamse communicatie-adviesbureau Bikker en voormalig voorzitter van Jong Management van werkgeversorangisatie VNO-NCW. ‘Vijf jaar geleden kwam ik vlak voor kerst iemand tegen, die begon over een klooster in Brabant, dat gesloopt zou worden. ‘Dat kan toch niet. Heb jij geen idee?’, vroeg hij mij.’ Dat idee kwam er. ‘Ik begon te fantaseren over een huis om tot rust te komen. Over een plek voor reflectie en verankering in deze tijden van hectiek en snelheid.’

Hij werkte het plan uit met twee maatjes. Een paar maanden later toog het drietal naar Tilburg om het idee aan de fraters te presenteren. ‘Je moet je voorstellen; drie ventjes van begin dertig, synodaal gereformeerd opgevoed. Die zouden dat stel oudere katholieke eerwaarde heren wel eens even gaan vertellen hoe het allemaal moest met het klooster. We troffen elkaar in een grote vergaderzaal en toen gebeurde het wonder. Van beide kanten was er meteen het gevoel: dit gaat lukken.’

Vier jaar leegstand had zijn sporen nagelaten. Het klooster was zwaar in verval geraakt. Bikker: ‘Toch wilden we zoveel mogelijk overeind houden. Juist omdat we een verbinding tussen traditie en toekomst tot stand willen brengen. Tussen professionaliteit en spiritualiteit.’

Het jonge architectenbureau dat werd ingeschakeld voor de grondige verbouwing, heeft er alles aan gedaan om oude delen van het klooster harmonieus te combineren met nieuwbouw. Met veel glas en hout hebben ze een sfeervol en rustgevend interieur gecreëerd. Stijlvolle verlichting en kunstwerken zorgen voor accenten.

Ook de fraters zijn teruggekeerd naar hun klooster. Een zestal van hen heeft een nieuwe woning betrokken op een steenworp van het hoofdgebouw. Enkele fraters hebben een functie in het klooster, bijvoorbeeld als gastheer. Van Geene: ‘Onze gasten kunnen altijd bij de fraters binnenlopen. En dat werkt. Laatst hadden we hier een groep succesvolle vrouwen uit het bedrijfsleven die kwamen voor een retraite. Sommigen hebben lange persoonlijke gesprekken gevoerd met de fraters. Die waren misschien wel het belangrijkste.’

Een vrijplaats voor spiritualiteit, noemt Van Geene het klooster. ‘Die spiritualiteit is er wel. Ook in de hedendaagse mens. Maar om er bij te komen moeten we weer verbinding aangaan met oude bronnen in onszelf, die we in deze hectische moderne tijd hebben verwaarloosd.’ Het klooster biedt rust en ruimte om na te denken en te mediteren. ‘We leven volgen het vaste dagritme van het kloosterleven. Ritmisch. Dat is heel belangrijk. Er wordt gegeten op vaste tijden en om elf uur ’s avonds gaat het licht uit. Dan houdt de dag gewoon op. Voor veel mensen een verademing.’